Het vermoeden van herfst, dat me altijd besluipt half augustus, komt ook dit jaar weer koud op m’n dak.
Het is het niet willen loslaten van een zomer
Geen afscheid willen nemen van de zwoele, warme lucht.
Willen vasthouden aan dat ontspannen windje
Dat maandenlang je haar kietelde
Dat begin van ’t einde
Dat altijd veel te vroeg komt kloppen
Ik doe voorlopig niet open